Op vrijdag 27 oktober vindt voor de vijfde keer ‘Namen Blijven’ plaats

Onder het motto ‘…wat je in je hart bewaart, raak je nooit kwijt’ biedt Namen Blijven aan nabestaanden van welke religie of levensbeschouwing, en van welke afkomst dan ook, de gelegenheid om bewust stil te staan bij hun…

Onder het motto ‘…wat je in je hart bewaart, raak je nooit kwijt’ biedt Namen Blijven aan nabestaanden van welke religie of levensbeschouwing, en van welke afkomst dan ook, de gelegenheid om bewust stil te staan bij hun overleden dierbaren. Bezoekers kunnen een sfeervolle, met fakkels en vuurkorven verlichte wandelroute volgen door het Vroege Vogelbos achter Het Eksternest in Almere Haven. Langs deze route bieden kunstenaars, ritueelbegeleiders en anderen verschillende creatieve manieren aan om te herinneren, herdenken en bezinnen. Dit aanbod wordt aangevuld met zang, poëzie en muziek.

 

De avond start om 18.30 uur met de sluitingsceremonie van het kinderproject ‘Maak een mo(nu)mentje’, aansluitend kan tot 21.00 uur de route worden gelopen.

De bezoeker is geheel vrij om al of niet aan de aangeboden manieren van herinneren en herdenken mee te doen. Hij kan er ook voor kiezen om alleen de wandeling maken, in de wetenschap onder lotgenoten te zijn. Ook kinderen zijn van harte welkom om bij het verlies van een dierbare overledene stil te staan. Dat kan ook een geliefd dier zijn.

Namen Blijven is een jaarlijks terugkerend evenement dat in 2013 voor het eerst werd georganiseerd. De organisatie is in handen van een groep inwoners van Almere en omgeving die in de huidige prestatiegerichte maatschappij meer ruimte willen maken om bezig te zijn met vragen over de zin van ons leven, met de verdieping en verwerking van alles wat we meemaken. Daarvoor zoeken ze nieuwe, eigentijdse vormen, zoals deze wandeling om te herinneren en herdenken.

Reacties van bezoekers in de afgelopen jaren:

  • ‘Voor mij was alleen de wandeling zelf al de moeite waard’,
  • ‘We hebben met het hele gezin meegedaan, de kinderen vonden het geweldig’
  • ‘De volgende ochtend ben ik voor het eerst weer met een lach opgestaan.’